Het valt na vier dagen echt op: elk contact met mensen begint steevast met een variatie op “Hallo, hoe gaat het met u?”. Ik bedoel dan ook elk contact. Bij het uur vragen op straat, aan de kassa in een winkel, bij het geld ruilen op de zwarte markt, en natuurlijk ook bij het groeten van bekenden waar er zelfs uitgebreid gevraagd wordt naar de situatie op het werk en thuis, en of er wel elektriciteit en lopend water is.
Op dat vlak mogen we van geluk spreken, elektriciteit en water hebben we vrijwel altijd, wat niet van iedereen kan gezegd worden. Collega Veerle en haar familie hebben te kampen met heelder maanden waarin het water slechts ’s nachts een uurtje loopt en amper elektriciteit. Er wordt in de buurt gezegd dat de reden van ons geluk het nabije ziekenhuis is, dat voorrang heeft als er tekorten zijn. De straat verderop is klaarblijkelijk aangesloten op een ander netwerk, want ’s avonds hoor je daar de generatoren ronken. Een andere verklaring van het feit dat die straat verderop zonder licht en water leeft is dat de leider van de oppositie partij er zijn huis zou hebben... .
No comments:
Post a Comment